Zo train je gericht voor jouw eerste Fitrace-competitie

Blogs

Zo train je gericht voor jouw eerste Fitrace-competitie

  • Hoe je slim traint voor de officiële challenges
  • Welke oefeningen je moet beheersen – en hoe je ze opbouwt
  • Hoe je Fitrace combineert met je huidige training
  • En hoe je mentaal en fysiek klaarstaat op challenge day

De officiële Fitrace-oefeningen uitgelegd

Gorilla row

Startpositie:

  • Zet je voeten stevig op schouderbreedte.
  • Buig licht door je knieën en houd je rug recht.
  • Pak met beide handen een kettlebell vast en laat ze op de grond rusten.
  • Je romp is naar voren gebogen (voorover), maar je borst blijft omhoog.

Uitvoering:

  • Trek één kettlebell explosief maar gecontroleerd omhoog tot borsthoogte, terwijl je de andere kettlebell op de grond laat voor stabiliteit.
  • Houd je elleboog dicht bij je lichaam – trek dus niet schuin.
  • Laat de kettlebell rustig zakken en wissel dan van kant.
  • Je wisselt telkens per herhaling van arm.

Veelgemaakte fouten:

  • Je romp draaien of “meehangen” met het gewicht → focus op rompstabiliteit.
  • De kettlebell niet volledig optrekken → telt niet als geldige rep.
  • Niet gecontroleerd terugplaatsen → zorgt voor verlies van ritme en controle.

Burpee Broad Jumps

Startpositie:

  • Je staat rechtop achter de startlijn, klaar om te zakken in een burpee.
  • Je plaatst je handen op de grond en laat je borst gecontroleerd zakken tot de grond raakt.
  • Je springt daarna actief omhoog in plankpositie of met een sprongetje (afhankelijk van je niveau).

Uitvoering:

  • Vanuit de omhoogkomende beweging spring je meteen explosief naar voren.
  • Je voeten landen tegelijkertijd.
  • Je landt weer in een staande positie – dit is het einde van je rep.

Belangrijke aandachtspunten:

  • Je borst moet de grond raken – halve burpees tellen niet mee.
  • Je komt volledig omhoog tot staande positie of actieve plank.
  • Beide voeten moeten tegelijk afzetten én tegelijk landen.
  • Je mag zelf bepalen hoe groot je sprongen zijn – zolang je maar de totale afstand voltooit.
  • Je moet duidelijk zichtbaar springen – geen stappen of shufflepassen.

Sandbag Lunges

Startpositie:

  • Je staat rechtop, met de sandbag op beide schouders (evenwichtig gedragen).
  • Je voeten staan op heupbreedte en je knieën zijn gestrekt.
  • Je staat achter de startlijn, klaar om te beginnen met de eerste lunge.

Uitvoering:

  • Zet één voet naar voren en zak gecontroleerd in tot je achterste knie de grond raakt.
  • Houd je bovenlichaam zo recht mogelijk – geen voorover vallen.
  • Duw jezelf krachtig terug omhoog en breng je achterste voet bij.
  • Herhaal de beweging met het andere been.
  • Ga door tot je de volledige afstand hebt afgelegd (bijv. 50 of 100 meter).

Belangrijke aandachtspunten:

  • De sandbag moet continu op beide schouders rusten – niet vasthouden in je handen, niet schuiven of verschuiven onderweg.
  • Je achterste knie moet de grond raken bij elke lunge.
  • Beide knieën moeten goed gestrekt zijn als je terug in staande positie komt.
  • Je mag niet stappen zonder te lunges te maken — alle meters tellen alleen via lunges.
  • Geen shufflepassen, halve stappen of vooruitlopen zonder volledige herhaling.

Farmer’s Carry

Startpositie:

  • Je tilt twee kettlebells van de grond en staat rechtop, met gestrekte armen naast je lichaam.
  • Je lichaam is in een neutrale houding: schouders laag, borst iets omhoog, rug recht.

Uitvoering:

  • Je loopt gecontroleerd vooruit, met beide kettlebells in je handen.
  • Je zet stappen in een gelijkmatig ritme, zonder te rennen of te schuifelen.
  • Je mag de kettlebells tussendoor niet laten rusten, verplaatsen of neerzetten.

Belangrijke aandachtspunten:

  • De kettlebells mogen niet tegen je benen hangen.
  • Armen moeten gestrekt blijven – geen gebogen ellebogen.
  • Je lichaam blijft rechtop en stabiel tijdens het lopen.
  • Reken erop dat je onderarmen, schouders en core verzuren – dus train op volhouden!

Push-ups

Startpositie:

  • Je begint in een hoge plankpositie:
  • Handen onder of iets breder dan schouderbreedte.
  • Armen volledig gestrekt.
  • Je lichaam vormt een rechte lijn van hielen tot hoofd.

Uitvoering:

  • Laat je lichaam zakken tot je borst de grond (of een object zoals een abmat) raakt.
  • Houd je lichaam als één rechte plank – geen doorzakkende heupen.
  • Duw jezelf daarna gecontroleerd terug omhoog tot je armen volledig gestrekt zijn.
  • Houd spanning op je buikspieren en billen gedurende de hele beweging.

Belangrijke aandachtspunten:

  • Handpositie: handen onder of net buiten de schouders. Niet te ver naar voren.
  • Voetpositie: voeten mogen naast elkaar of licht uit elkaar staan, zolang je maar stabiel blijft.
  • Corecontrole: geen holle rug of wiegende beweging – je lichaam blijft strak.

Dumbbell Thrusters

Startpositie:

  • Dumbbells rusten in front rack positie: op de schouders of net erboven.
  • Ellebogen wijzen naar voren en omhoog.
  • Voeten op schouderbreedte, stabiele houding.

Uitvoering:

  • Je zakt in een diepe front squat – heupen onder kniehoogte.
  • Vanuit de squat duw je jezelf krachtig omhoog en zonder pauze duw je de dumbbells boven je hoofd uit (push press).
  • Je eindigt met gestrekte armen, gestabiliseerd boven je hoofd in één lijn.

Hoe train je voor de krachtonderdelen?

  • Beheers je basistechniek eerst: Voordat je zwaarder gaat, moet je zeker weten dat je houding klopt. Laat een trainer meekijken bij je thruster, check of je rug recht blijft bij de gorilla row, en leer hoe je goed uit je heupen komt bij lunges. Techniek = alles.
  • Train in tijdsblokken, niet alleen in sets: Fitrace werkt met tijdsdruk. Train dus niet alleen 3×10 herhalingen, maar werk ook met EMOM’s (Every Minute On the Minute) of AMRAP’s (As Many Rounds As Possible). Zo leer je efficiënt bewegen als de klok tikt.
  • Leer je standaard kennen: De movement standards zijn streng maar duidelijk. Train dus precies zo als je straks moet presteren: diep genoeg in je squat, volledig strekken boven je hoofd, volledige range of motion. Geen halve reps – die tellen straks ook niet.
  • Varieer in materiaal: Gebruik dumbbells, kettlebells én sandbags in je training. Zo wen je aan verschillende vormen van belasting en grip. Dat maakt je sterker en beter voorbereid.

Train ook je conditie

Hoe bereid je je voor op het cardio-onderdeel?

  • Train met vermoeidheid: Doe cardio direct ná een krachttraining. Zo boots je de Fitrace na: eerst een pittige oefening (zoals Burpee Broad Jumps), daarna direct door op de loopband of fiets. Train je lichaam om te presteren met een hoge hartslag.
  • Werk aan je herstel tijdens inspanning: Leer je ademhaling onder controle te houden terwijl je blijft bewegen. Interval.
  • Ken je tempo en afstand: Weet van tevoren welke afstand jij moet afleggen. Test dat een paar keer in je eigen sportschool of buiten. Probeer je tempo in te schatten en wees realistisch. Ga je te hard van start, dan blaas je jezelf op. Ga je te langzaam, dan verlies je onnodige tijd.
  • Train ook je techniek: Op een loopband? Oefen om zonder handvatten te lopen. Doe je een shuttle run? Let op je keerpunten. Bij indoor fietsen: trap vloeiend door en voorkom stoten of verkramping.

Mentaal sterk de Fitrace in: jouw strategie voor succes

  • Ken het parcours, ken jezelf: Bekijk van tevoren welke oefeningen je krijgt en in welke volgorde. Ken je sterke én zwakke punten. Ben je snel op de fiets maar minder in push-ups? Plan waar je gas geeft en waar je bewust je hartslag laat zakken.
  • Werk met blokjes in je hoofd: Denk niet: “Ik moet nog 1000 meter, dan lunges, dan push-ups…” – breek het op. Focus op de komende 5 herhalingen. De volgende bocht. De volgende ademhaling. Kleine doelen houden je scherp.
  • Simuleer de race in je training: Doe minimaal 1-2 volledige simulaties vóór je challenge. Dan weet je hoe je lichaam reageert onder druk, hoe lang je herstel nodig hebt, en waar je pacing moet aanpassen. Bonus: je neemt die ervaring mee de wedstrijd in.
  • Bereid je voor op ‘de stem in je hoofd’: Op een gegeven moment ga je denken: “Waarom doe ik dit ook alweer?” Bereid je daar mentaal op voor. Herinner jezelf aan je doel. Train ook mentale doorzetkracht: door bijvoorbeeld expres een set af te maken terwijl je hoofd zegt dat het klaar is.
  • Gebruik de sfeer: Je bent niet alleen. Er zijn andere sporters, je clubgenoten, misschien zelfs je trainer. Gebruik die energie. Spreek van tevoren met een buddy af om elkaar erdoorheen te slepen. Fitrace is een individuele prestatie binnen een community-setting. Maak daar gebruik van.

Hoe vaak moet je trainen voor de Fitrace?

Beginner

Intermediate

Elite

Train slimmer: kies de juiste omgeving

Wat je kunt doen om jezelf een voorsprong te geven: